Rond Kerstmis 1899 stierf de laatste door erfopvolging rechtmatige sultan van Banten in ballingschap in Surabaya. Zijn nageslacht werd enkele jaren later als bedelaars opgepakt door de koloniale politie. Dit en de koloniale omgang met de bezittingen van het sultanaat geven inzicht in het Nederlandse koloniale beleid waarin vorsten niet alleen ontdaan werden van hun politieke macht, maar ook van sociale legitimiteit, identiteit en waardigheid.
